Je gedachten komen en gaan, en in het ergste geval gaan je gedachten met je op de loop. Je springt als het ware op een trein van gedachten die aan elkaar gekoppeld zijn, zonder te beseffen dat je dat hebt gedaan.

Dat en meer kon je lezen in onze vorige blog: Gedachten zijn geen feiten. In deze wil ik je een aantal handvatten geven om op een andere manier naar je gedachten te kijken.

Het loskomen van je gedachten begint met het aanvaarden dat ze er zijn. Je neemt ze waar, je merkt ze op en dan laat je ze gewoon weer gaan. Je kijkt náár je gedachten in plaats vanúít je gedachten. Alsof je in de bioscoop zit en je gedachten op dat grote bioscoopscherm voorbijkomen, terwijl jij kijkt wélke gedachten er verschijnen en hoe ze zich ontwikkelen. En merk ook op dat ze weer van het scherm verdwijnen om plaats te maken voor nieuwe.

Zelf heb ik ontdekt dat op deze manier naar mijn gedachten kijken mij helpt. Mijn opjagende gedachten (dit moet beter, dat kan anders, er moet een schepje bovenop) zorgen ervoor dat ik constant op het puntje van mijn stoel zit, de spieren in mijn rug en nek gespannen zijn, mijn ademhaling versnelt en echt, helder nadenken gaat ook niet meer zo goed, omdat mijn gedachten juist met me op de loop gaan.

Hoe fijn is het dan om even achterover te leunen – alsof je echt in zo’n heerlijke bioscoopstoel zit – en mijn gedachten van een afstandje te bekijken en even helemaal niets te moeten met mijn gedachten. Wat een bevrijding! Ik besef dan ook veel meer dat ik aanvaard en geliefd ben door God, in tegenstelling tot wat mijn negatieve gedachten mij soms vertellen.

Als ik me bewust word van negatieve of blokkerende gedachten, helpt het me ook om de volgende vragen te onderzoeken:

  • Verwar ik een gedachte met een feit?
  • Trek ik voorbarige conclusies?
  • Denk ik zwart-wit?
  • Veroordeel ik mezelf, omdat ik één ding fout heb gedaan?
  • Concentreer ik mij op mijn zwakheden en vergeet ik mijn sterke punten?
  • Beschuldig ik mezelf van iets waar ik geen schuld aan heb?
  • Veroordeel ik mezelf?
  • Stel ik onredelijke hoge eisen aan mezelf, zodat ik tekort zal schieten?
  • Verwacht ik perfectie, of ben ik aan het doemdenken?
  • Ben ik gedachten aan het lezen of de toekomst aan het voorspellen?

Zo af en toe even in die bioscoopstoel zitten – een tijdje nietsdoen – en me focussen op ‘zijn’, brengt uiteindelijk rust en kalmte. Dicht bij God en dicht bij mezelf kan ik ruimte geven aan mijn gedachten en ademhaling; oftewel: aan mijn lichaam, ziel en geest. En als ik dat doe, kan ik mezelf ook weer aanvaarden zoals ik ben en voel ik me niet langer zo opgejaagd. Dan ben ik echt in het moment en leef ik meer.

Tip: je kunt met audio-oefening nummer 8 meer afstand leren nemen van je gedachten.

Tekst: © Tineke Voorthuis